Zoek
Filters

Brandvertraging

Overzicht

Voorheen had iedere EU lidstaat zijn eigen bouwregelgeving dat eisen stelt aan de brandeigenschappen van bouwmaterialen dit om de kans op het ontstaan en de snelle ontwikkeling van brand te beperken.
Binnen Europa is in 2003 besloten om alle nationale brandtesten te standaardiseren tot een overkoepelende Europese regelgeving en heeft geleid tot de Europese klassering voor brandgedrag EN 13501-1 met een geheel nieuw classificatiesysteem “Euro-klassen” en een nieuwe testmethode de zogenaamde “Single Burning Item”(SBI) test.
In het Bouwbesluit 2012 wordt voor nieuwe gebouwen de Europese klassering voor brandgedrag EN 13501-1 verplicht gesteld.

Classificatie

Op basis de ontvlambaarheidstest en de in de SBI test voor brandgroei (Figra) en totale warmteproductie (THR) wordt bepaald in welke brandklasse het onderzochte materiaal valt (klassen A, B, C of D). De SBI test voor rookgroei (Smogra) en totale rookproductie bepalen de rookklasse (s0, s1 of s2). De SBI test bepaald ook mate van vrijkomende branden druppels of deeltjes van het materiaal. (klasse d0, d1 of d2)

Brandklassen

A1: geen enkele bijdrage aan brand, onbrandbaar
A2: nauwelijks bijdrage aan brand, praktisch niet brandbaar
B: erg beperkte bijdrage aan brand, moeilijk brandbaar
C: beperkte bijdrage aan brand, brandbaar
D: grote bijdrage aan brand, goed brandbaar

Rookklassen

S1: geringe rookproductie
S2: gemiddelde rookproductie
S3: grote rookproductie

Druppelvormingsklassen

D0: geen productie van vlammende druppels/deeltjes
D1: geen vlammende druppels/deeltjes langer dan 10 seconden
D2: geen begrenzing

Klik hier voor het overzicht (transponeringstabel) wijziging Regeling Bouwbesluit 2003

Behandelmethodes

Vacuüm hogedruk procedé

Een autoclaaf is een hogedrukvat waarin, door middel van een vacuüm procedé, hout vlam vertragend behandeld wordt. De natuurlijke eigenschappen van het hout worden niet aangetast. Met deze behandelmethode voldoet het hout veelal aan de brandklasse B, noodzakelijk voor gevelbekleding en inpandige vluchtroutes.

Dompelen

Bij de dompeltechniek wordt het hout in een groot bad ondergedompeld en blijft het enkele tientallen minuten in het impregneermiddel liggen. De geeft het hout de gelegenheid zo veel mogelijk impregneermiddel op te nemen. Met deze behandelmethode voldoet het hout aan de brandklasse C, noodzakelijk voor binnen toepassing.

Sprayen

Bij de spraymethode wordt het product onder lage druk over het oppervlak verneveld. Met deze behandelmethode voldoen de hout- en plaatmaterialen aan de brandklasse C, noodzakelijk voor binnen toepassing.